In gesprek met Zaz: ‘Zolang ik me ontwikkel, voel ik me gezond’

Zaz verwierf de afgelopen jaren wereldfaam dankzij haar herkenbare, hese stemgeluid en miljoenen keren bekeken Youtube-video’s, waarin ze akoestisch op de straten van Montmartre speelt. Hoewel ze sinds de release van haar gelijknamige debuutalbum in 2010 een vedette hors categorie is en de zangeres de hele wereld over tourde, werd de oversteek naar Nederland niet gemaakt. Tot juni 2018. Toen speelde ze direct voor een volledig uitverkocht TivoliVredenburg, waarna ze in februari 2019 meteen de giant leap naar AFAS Live maakte. Zo doet Zaz dat.

Door Tess van der Zwet

Het is zo’n grijsgrauwe, regenachtige dag die alleen Parijs goed staat, als ik ’s ochtends vroeg op gare du Nord uit de Thalys stap. Ik wurm me tussen de mensen door en daal af naar het lager gelegen metrostation – ik weet hier inmiddels mijn weg te vinden. Ik heb geluk: de eerstvolgende metro komt net aangedenderd, zijn deuren klappen luidruchtig open. Hangend aan een lus, doen de metrostations die voorbij zoeven me plotsklaps realiseren waarom ik hier ook al weer ben. Ze hebben het allemaal met elkaar gemeen: minimaal één posterlijst per perron bevat een groter-dan-levensgrote foto van een vrouw die haar hoofd als in extase naar achteren gooit. En naar haar ben ik op weg. Mijn eindhalte nadert, het overvolle voertuig komt met een schok tot stilstand. Dagdromend verlies ik mijn evenwicht, mijn hand glijdt uit de lus. Zweethanden. Ik kan niet meer ontkennen dat ik het niet een heel klein beetje spannend vind, een van de grootste Franstalige zangeressen van dit moment interviewen. Haar naam: Isabelle Geffroy, wereldwijd beter bekend onder haar koos- en artiestennaam Zaz.

Als ik tegenover haar aanschuif onder de luifel van het verwarmde terras, heeft ze nét een rode wijn besteld. Of ik ook wil. Ik sla vriendelijk af. ‘Ik wil natuurlijk nog wel een beetje uit mijn woorden komen,’ vertrouw ik haar glimlachend toe, ‘anders wordt het niets meer vandaag.’ De regen raast ondertussen door en dat de overkapping niet geheel waterdicht is, blijkt als er een straal water naar beneden komt, regelrecht de kraag van mijn jas in. ‘Kom maar gauw naast me zitten, hier is het droog’ en Zaz – in kleermakerszit – schuift een stuk op. En zo zitten we daar gezusterlijk naast elkaar, klaar voor het interview en ik sla mijn notitieblok open.

Allereerst: gefeliciteerd met je nieuwe album. Heeft het resultaat je verwachtingen overtroffen?

‘Absoluut, ik ben nog nooit zo betrokken geweest bij de productie van een cd als nu het geval was. Bovendien hebben we enorm veel getourd. Daardoor konden we nummers constant opnieuw uitvinden en herarrangeren. Het heeft goed uitgepakt voor het uiteindelijke geluid van het album: het is enorm veelzijdig geworden. Dat past mij uiteindelijk ook gewoon het beste.’

Daar gaan we het straks verder over hebben. Laten we eerst teruggaan naar het begin van je muzikale carrière. Herinner je je het moment waarop je dacht: ‘Ik word zangeres?’

‘Toen ik vier jaar oud was, had ik een heel helder visioen dat ik een bekende zangeres zou worden, bijzondere muzikanten zou ontmoeten en mooie dingen zou maken. Het klinkt heel gek, maar ik ben er dus altijd zeker van geweest dat het me zou lukken om van de muziek te kunnen leven.’

Je was dus al vroeg bezig met muziek.

‘Ja, maar wel op mijn eigen manier. Ik nam tussen mijn vijftiende en zeventiende wat zanglessen, maar was niet gemotiveerd genoeg om daarmee door te gaan. Toen ik vervolgens aan het conservatorium ging studeren – ik speelde een beetje viool en piano – was ik ook niet volhardend genoeg. Het was te academisch voor me, ik kon daar helemaal niets mee.’

Wanneer kwam de ommekeer?

‘Eigenlijk pas vanaf mijn twintigste. Ik leerde een aantal muzikanten kennen en startte mijn eigen bluesband. Plots bevond ik me in een heel levendige scene, met muzikanten en muziek uit alle windstreken. Daarvoor luisterde ik ook wel allerlei muziek, techno en zo, maar nu ging er pas echt een wereld voor me open. Ik verliet de band om in een orkest te zingen en vanaf dat moment begon mijn professionele carrière als zangeres pas echt.’

Een orkest? In Nederland ben je vooral bekend geworden dankzij de video’s waarin je in de straten van Montmartre speelt. Ik was volledig in de veronderstelling dat je begon als straatperformer…

Je bent niet de enige die dat denkt hoor, maar ik had dus nog een heel muziekleven vóór die tijd. Naast de bluesband en het orkest heb ik ook verschillende jazzdingen gedaan en zat ik zelfs een tijdje in de Parijse cabaretwereld. Ik ben echter iemand die zich al snel verveelt en als dat gebeurt, ben ik weg. In het orkest was dat al na twee jaar. “Maar Isa, wat ga je nu dan doen,” vroegen ze. “Ik heb geen idee,” zei ik, “maar ik verveel me dood. Ik moet ervandoor. Nu.” En weg was ik.’

En toen zat je zonder werk.

‘Mijn naam was nog niet zo gevestigd dat ik zelf iets kon starten om mijn geld mee te verdienen en ik kon ook geen baantje vinden dat me lag. Het idee om op straat te spelen kwam tot me als een openbaring. Waarom had ik daar nog niet eerder aan gedacht? Dus verzamelde ik een paar muzikantenvrienden om me heen, een gitarist en contrabassist, en samen gingen we de straat op. Niet iedere plek was even succesvol, hoor. De Parijse metro, dé plek bij uitstek om te spelen, vond ik verschrikkelijk. Montmartre daarentegen was een verrassing én een verademing. Iedereen verwelkomde ons, van de schilders tot de obers van de restaurants. De sfeer, de locatie, de passerende toeristen en dan ik die midden op straat stond te blèren: magie! Het was geweldig om daar te experimenteren, maar ook hier gebeurde het onvermijdelijke: op een gegeven moment had ik het wel weer gezien. Ik moest iets nieuws gaan doen.’

Maar het bracht wél geld in het laatje…

‘Geld interesseert me niet. Natuurlijk ben ik blij dat ik er nu structureel van kan leven, maar als wat ik nu doe me zou vervelen zou ik er direct mee stoppen. Ik kan niet in de zekerheid van inkomen blijven hangen, dan word ik ziek. Zolang ik leer, zolang ik me ontwikkel, voel ik me

gezond. Dankzij de muziek kan ik me niet alleen als artiest maar ook als mens ontwikkelen. Het voelt als een enorm privilege dat ik voor mijn werk naar het buitenland mag vliegen en daar weer allerlei verschillende culturen, mensen en verschillen mag leren kennen. C’est hyperriche.’

Nu is daar Effet Miroir. Vanwaar die titel?

‘Dat heeft heel veel verschillende redenen. Het heeft te maken met de veelheid van stijlen die op het album te horen zijn, maar ook met veel dieper liggende gedachten. Wat je in de spiegel ziet is niet de realiteit, maar jouw interpretatie van de reflectie. Deze kan beangstigend of onzeker zijn, maar je moet er niet voor wegrennen. Pas als je jezelf recht in de ogen kunt kijken en je niet laat leiden door woede of angst kun je ten volle leven. Ook dát is het spiegeleffect voor mij en dit kun je terughoren in meerdere van mijn liedjes.’

Voelde je je weleens onzeker tijdens het schrijf- en productieproces?

‘Twijfel hoort bij mijn leven. Het is er altijd. Het is behoorlijk paradoxaal: ik denk vaak alles te weten, volledig vertrouwen te hebben in alles, en het volgende moment weet ik niets meer. Tijdens de productie blijf je maar luisteren en hoor je elke keer weer iets wat je anders of beter had kunnen doen. Maar je moet een keer stoppen. Uiteindelijk is het gewoon hartstikke mooi geworden.’

Wat was de grootste uitdaging tijdens het maken van dit album?

‘Om eerlijk te zijn – ik heb echt op mezelf in moeten praten: we gaan het dit keer anders doen. Je gaat nu vaker ‘nee’ zeggen als je iets niet mooi vindt, want het is jouw album en tant pis als anderen het verkeerd opvatten. Enorm lastig, want je weet dat je iemand een rotgevoel geeft als je toegeeft dat je hun bijdrage niets vindt. Maar daarvan heb ik wel geleerd dat als je zeker bent van je werk, het juist heel respectvol tegenover jezelf en de ander is om eerlijk te zijn. Geen ‘nee’ durven zeggen brengt juist alleen maar problemen met zich mee.’

In een eerder interview gaf je aan dat je het lastig vindt om een compromis te vinden tussen wat je zelf graag maakt en wat je fans graag willen horen. Ben je daarin dit keer geslaagd?

‘Ik denk het wel. Ik was me er heel erg van bewust dat er op het album minder swing te vinden is dan op voorgaande platen en dat deed me afvragen of mijn fans het wel leuk zouden vinden. Maar het belangrijkste is dat ik blij ben met het resultaat. Ik heb mezelf dan ook voorgehouden dat als ik mijn muziek zo dicht mogelijk bij mezelf houd, het mensen wel moet raken. Effet Miroir is wie ik echt ben, wat ik echt voel. Wie mij als artiest waardeert, zal de liefde in de nummers voelen die ik het gegeven heb. Dat heeft ook alles met eerlijkheid en ‘nee’ zeggen te maken.’

De serveerster zet een groot bord dampende Japanse Gyoza voor ons neer. Ik heb deze zachte deegpakketjes, die me altijd een beetje aan kleine alienembryo’s doen denken, niet besteld, maar mijn blik verraadt dat ik trek heb. ‘Neem maar, hoor,’ zegt Zaz, ‘superlekker en gezond, vol met groente.’ Vooruit, ik pik er één. ‘Neem alsjeblieft meer,’ zegt ze met haar mond vol. ‘Alsof ik dat hele bord in mijn eentje op krijg.’ We kauwen een poosje zwijgend, goedkeurend. Bijna vergeet ik dat ik hier niet ben voor een lunchafspraak, maar voor een interview. 

Er hebben heel wat grootheden uit de hedendaagse Franstalige muziek meegewerkt aan je album: Raphaël, Ben Mazué, Matthieu Boogaerts, Tibz. Een indrukwekkende lijst.

‘Ik ben ook zó blij met alle schrijvers die er een bijdrage aan hebben geleverd. Hoewel Effet Miroir een heel persoonlijk album is geworden, is het ook een plaat van samenwerkingen. Zo vroeg ik de getalenteerde songwriter Gaël Faye een nummer voor me te schrijven. Daarop kwam hij met Demain, c’est toi. Wow, wát een cadeautje, als op mijn lijf geschreven! Adrien Daucé schreef het prachtige Mes souvenirs de toi. Toen ik het hoorde dacht ik meteen: dit moet Patrick Watson arrangeren. We zochten contact met zijn management en voordat ik het wist zat ik drie dagen lang in zijn atelier in Québec. Fantastisch om zo puur muziek te maken met iemand als hij. Datzelfde geldt trouwens voor Triggerfinger (Belgische rockband, red.). Jo Francken, de Belgische producer met wie we werkten, stelde voor om hen bij het proces te betrekken. Ik kende ze niet, maar het was waanzinnig: we hebben gelachen, gegeten, bier gedronken en veel, heel veel goede muziek gemaakt.’

Is die verscheidenheid aan samenwerkingen de reden dat Effet Miroir zo’n eclectisch geheel is geworden?

‘Dat is zeker van grote invloed geweest. Als ik het allemaal met één persoon had gedaan had het maar één smaak gehad. Nu waren er verschillende mensen om me heen met verschillende meningen, die allemaal op hun eigen manier invloed uitoefenden op het album. Zij vertegenwoordigden alle soorten muziek waar ik van houd. En die verscheidenheid hoor je terug op het album.’

In 2011 trad je voor het eerst op in Nederland. Vorig jaar keerde je eindelijk terug. Waarom hebben we zo lang op je moeten wachten?

‘Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe bekend ik in andere landen ben. Echt niet. En aan touren zijn enorme financiële consequenties verbonden, denk aan vervoer, catering, materialen, techniek, muzikanten, promomateriaal. C’est un grand bordel, haha! We moeten er daarom honderd procent zeker van zijn dat mensen tickets kopen. Het optreden in TivoliVredenburg in 2017 was opgezet om geld op te halen voor Zazimut. Geweldig dat het uitverkocht was. Et encore plus cool: iedereen reageerde geweldig op de nieuwe liedjes. De mensen begrepen het.’

Je publiek spreekt of begrijpt niet altijd Frans. Vind je dat soms niet lastig?

‘Nee, het maakt communiceren zelfs gemakkelijker. Je hoeft heus niet alles te begrijpen en ik zou iedereen ook aanraden om altijd eerst naar muziek te luisteren en dan pas naar tekst. Het begint bij het gevoel dat een liedje oproept. Muziek laat zich niet intellectualiseren: het gaat om emotie en energie. Dat is, als ik het mag zeggen, het allerbelangrijkst.’

De tijd is om. We staan op, ik bedank Zaz voor haar genereuze antwoorden én deze onverwachte, maar aangename lunch en word warm en enthousiast omhelsd en uitgezwaaid. Met een glimlach en een notitieblok vol antwoorden stap ik naar buiten. Het is gestopt met regenen.

 

Dit interview is verschenen in de voorjaarseditie van Frankrijk-magazine En Route. 

Comments

comments